> overzichtspagina / voorpagina/ recent repertoire / de vere bulletin / agenda / affiches / associaties / electronische post/ felix meritis / l ijst van stukken / tooneelcatalogus / zuilenzaal / reservepagina / grafiek / de eerste republiek/ verwanten/ politiek subsidie en pamfletten/ film en fotoo album<



het ideaal van een toneelspeler is om onvoorbereid op te gaan. dat is zijn grootste angst en tegelijkertijd zijn grootste kracht. alleen, zo'n plek waar je ongeoorloofd op mag gaan, zo maar, is natuurlijk heel moeilijk te vinden. ik ben dan ook heel blij dat ik de gelegenheid heb gekregen om een paar avonden lang, in deze tijd van absolute voorbereiding, dit te mogen doen.
jan joris lamers [toneel theatraal / etcetera 1995]

de stem van een toneelspeler

wat voor mij essentieel is in de arbeid van maatschappij discordia, dito'dito, stan, maten, de roovers...en waarom ik hier ook hun verdediging opneem, is dat hun werkwijze zich steunt op het vertrouwen in de geëmancipeerde toneelspeler: de keuze, de analyse en de vormgeving van het materiaal komen tot stand als een uiting van zelfbeheer van de groep acteurs die de voorstelling maakt. er wordt lang aan een tekst en vertaling gewerkt, er wordt materiaal verzameld en over dat materiaal gediscussieerd; hierdoor wordt elke speler in de eerste plaats drager van het geheel, en pas in de tweede plaats van zijn eigen rol; het moment van 'op de scene gaan' wordt zo lang mogelijk uitgesteld; op die scène telt de frisheid van het reactievermogen en de zelfwerkzaamheid van de speler en niet datgene wat door een regisseur werd vastgelegd; er wordt gepoogd om niet te 'anticiperen', maar te luisteren naar elkaar, de 'ander' te lezen zoals hij is op dat moment en het publiek daarin te delen. dat brengt uiteraard risico's met zich mee.
marianne van kerkhoven [toneel theatraal 1995]

van de hoop en de wanhoop

elke perceptie moet uitgetest worden, gewogen op haar waarde. onze intuïtie wordt in deze materie onze meest intieme partner. het gaat vandaag niet meer om het 'sterft gij oude vormen en gedachten', maar om het uittesten van nieuwe combinaties, waardoor we aan de werkelijkheid een hanteerbare grammatica kunnen opleggen. de werkelijkheid wordt niet meer vereenvoudigd, maar geaccepteerd in haar complexiteit; de gedaante van 'veelheid', waarin ze zich aan ons voordoet, wordt niet meer uit de weg gegaan. de laatste voorstelling van maatschappij discordia -heette die daarom de restauratie?- was in deze materie exemplarisch: een ongemene veelheid van materiaal in een niet direct herkenbare orde na en naast elkaar geplaatst; een veelheid van acteurs die staan voor hùn keuze uit dat materiaal, die zonder begrenzing putten uit de wereld cultuur; en dan, toeschouwers die uitgenodigd worden om daar hun eigen weg in te vinden, die letterlijk bij deze 'theatermachers' aan tafel worden gezet en voedsel krijgen, stof.
marianne van kerkhoven [toneel theatraal 1992 lezing n.a.v. de uitreiking van het theaterjaarboek 1992]

het spelen van repertoire

discordia wil een repertoire-gezelschap zijn, terwijl het beseft dat dat eigenlijk niet kan. repertoire spelen betekent immers: alles wat een gezelschap ooit gemaakt heeft, op elk moment kunnen spelen. het verleden levend, het geheugen werkende houden. dat kost een gigantische hoeveelheid geld en mensen, dat vergt een uitgebreide structuur. in die zin is discordia een 'armoedig' repertoire-gezelschap [hun uitgebreide yamamoto-collectie ten spijt], een gezelschap dat voortdurend moet benutten dat wat er niet is. het draagt de kiemen van een grote rijkdom aan verbeelding in zich. eigenlijk bevrijdt het repertoire-idee van een materialiteit en van een omslachtigheid die de aandacht afleiden van waar het werkelijk om gaat: het herinneren, het geheugen, wat is dat, hoe ziet dat eruit? hun repertoire-spelen probeert de dwaze rechtlijnige chronologie van de tijd te negeren: discordia is een repertoire-gezelschap bij uitstek.
bart meuleman [stuc 1994]

groteske metafoor van kreupele mens

verguisd en bewonderd, zoals het eigenzinnige kunstenaars betaamt, behoort discordia inmiddels tot de gevestigde avant-garde. de kracht van het gezelschap en meer specifiek van ploegbaas jan joris lamers is de benadering van het klassieke repertoire. liever dan losse incidenten zijn voorstellingen voor hem een markering in een voortdurend onderzoek naar samenhang en tijdsbeelden.

bronnen was jaren geleden een poging terug te gaan naar stukken die de basis vormden voor het moderne toneel. met de vere deed het gezelschap twee seizoenen terug een stap op weg naar een kleinschalig repertoire gezelschap in de werkelijke betekenis van het woord: een voorraad stukken op 'het repertoire' hebben en houden, waaruit naar believen per avond kon worden geput.
nu heet hun onderneming traumata en opnieuw worden zelden gespeelde stukken uit de kast gehaald en in een nieuw fris verband gezet. speelplezier staat voorop, lamers is wars van naturalisme of een gepolijst 'af' produkt. elke produktie is een voorstel, de uitwerking van een idee, terloops gebracht om elke routine bij voorbaat de nek om te draaien.
[...]
zo duikt discordia niet alleen in het verleden om de historische verbanden wat op te schudden, hun aandacht strekt zich ook uit naar de toekomst, door een respectvolle en vruchtbare samenwerking aan te gaan met jonge, beginnende acteurs. iets dat bij de grote gezelschappen nog altijd ontbreekt.
marian buijs [de volkskrant 1995]

de schatkamer van een oxfordse graaf

lamers en zijn tijdelijke troep gebouwd uit drie groepen laten nu een aantal weken zien hoe het wèl kan. niet zozeer uit nostalgie, eerder als cultuurpolitiek statement: zo zou het toneel kunnen worden losgescheurd uit die steeds laffere en door abonnementenmaffia gecontroleerde programmering en planning van schouwburgen. bovendien ademt deze tijdelijke samenwerking van een nederlandse en twee vlaamse groepen ook de sfeer van debat, polemiek en gezonde concurrentie. de pers beschuldigt stan en dito dito van discordia-epigonisme. lamers: 'door samen te werken willen we bestrijden elkaars epigonen te zijn.'
[...]
een ander motto werd vlak voor de pauze voorgelezen. het is van shakespeare. of van edward de vere, wie zal het zeggen:'van u mijn liefste schrijf ik telkens weer / de liefde en u zijn steeds mijn stof gebleven / 't zijn oude woorden die ik nieuw groepeer / ik geef opnieuw wat ik al heb gegeven.'
vervang u door 'theater' en je hebt precies wat de vere uitstraalt:pure liefde voor een prachtig medium.
loek zonneveld [de groene amsterdammer 1993]

lamers' discordia maakt lange afwezigheid op mooie wijze goed

dat is tamelijk ontluisterend, maar ook wel weer dapper voor een theatermaker die een beetje onder vuur ligt en die misschien daarom weer de dingen maakt die wij vroeger zo prachtig vonden. de twijfel die de titel en/of impliceert is ook van toepassing op de positie van maatschappij discordia zelf, een groep die steeds meer laveert tussen repertoire-gezelschap en opleidingsinstituut. deze nieuwe voorstelling is intussen even gloedvol als de handdruk van een goede bekende die te lang is weggeweest.
hein janssen [de volkskrant 1994]

theaterbohemiens de vere roepen tsjechovs weemoed op.

maar ik zei dat een terugblik geen zin heeft. vanavond is de voorstelling weer anders, en zo hoort het. een eis waar geen nederlands gezelschap aan kan voldoen, want de speellijsten liggen voor maanden en maanden vast. het troepje dat zich de vere noemt beschikt over die zeldzame onrust.
kester freriks [nrc handelsblad 1993]

ongewoon gepassioneerd spel van discordia in
romantische liebelei

recensies met ik erin, daar hou ik niet zo van. maar .soms ontkom je er niet aan, om duidelijk te maken: ik vind dit een prachtige voorstelling van een groep die langzaam uit elkaar valt (pittoors is weg, muizelaar is weg, elj on is weg, de muynck is -weg] maar die nooit verloren mag gaan. ik zie heus wel dat de vaste aanhang slinkt, dat discordia een huisgezelschap van een wel heel klein huis wordt, dat er mensen zijn die weglopen omdat ze er niet tegen kunnen - tegen die tekstboekjes op toneel, de ironie, de afstand, dat navelstaren, dat samenvallen van kunstenaar en kunstwerk. houden van discordia is dus vooral vanuit dat ik. het is een echt houden van, inclusief de vraagtekens. mag het, voor één keer?
hein janssen [volkskrant 1992]

na de soep en de zoektocht mag het briestlicht weer aan

het versterkte discordia toont op eigen vakgebied, de toneelspeelkunst, de consequenties van deze tegengestelde standpunten en kiest, een beetje drammerig maar wei overtuigend, voor brecht.
hans oranje [trouw 1992]

discordia biedt wijde blik op strindbergs wonderschone tekst

het is de bedoeling dat de groep deze almaar groter wordende verzameling stukken op het programma houdt; discordia wil, als een heus repertoire-gezelschap, uit de voorraad putten wanneer zij het moment daarvoor juist acht.
met die werkwijze plaatst discordia zichzelf buiten het reguliere toneelcircuit. wervende seizoenbrochures, vriendenkortingen en magazines, daar doen deze toneelmakers niet aan. zelfs de affiches hebben ze onlangs afgeschaft.
op hun trektocht langs 'de grensgebieden in de toneelliteratuur', grenzen tussen fobie en passie, tussen gedrevenheid en waanzin, staat maatschappij discordia momenteel even stil bij dodendans, waarin august strindberg het huwelijk beschrijft als een graf voor levenden.
[...]
maatschappij biedt theaterbezoekers met traumata de kans een reeks bijzondere toneelteksten tot zich te nemen. want discordia's stijl biedt een wijde blik op het werk van de auteurs. en dat zo nu en dan het tekstboek wordt geraadpleegd, doet daar niets aan af. sterker nog, op die momenten is toneel -hoe paradoxaal- op zijn best.
ronald ockhuysen [de volkskrant 1995]

sterke liebelei past in discordia traditie

zo wordt liebelei de nieuwste aanwinst in een inmiddels gevestigde discordia-traditie. hoeveel society-comedies [van wilde, marivaux of coward] hebben we al niet met andere ogen leren bezien door het discordia-raffinement dat er de achterkant van toont?
tineke straatman [utrechts nieuwsblad 1992]

hoe het zou kunnen

je kunt geen hekel aan ze krijgen omdat ze zo goed slagen in hun pose van eerlijke kunstenaars je kunt ook niet met onvoorwaardelijke toewijding van ze houden omdat je wel doorhebt dat ze op iets onvoorwaardelijks en dus kritiekloos niet zitten te wachten. zoveel jaren maken ze al op hun manier toneel - de bron van die energie kan alleen maar hartstocht heten, maar zo eigenaardig manifesteert die hartstocht zich: ze kiezen de meest heftige, panoramisch-brede stukken, maar spelen die met een nonchalance alsof ze met hun gedachten nog in de kleedkamer zijn in plaats van op het toneel. vat krijg je niet op maatschappij discordia en daarom zijn ook bij de toeschouwer de gevoelens gemengd: menigmaal denk je 'nu weet ik het wel en nu hoeft het even niet meer' -maar even zo vaak wint de nieuwsgierigheid het van het uitgekeken zijn en de latente weerzin, en dan maak je toch altijd weer een eigenaardig avondje theater mee.
[...]
wat bewerkstelligd maatschappij discordia met deze voorstelling van de roovers? in ieder geval heb je een spannend stuk -vol cynisch geboefte, zwaardentrekkerij en liefde die zich niet verstikken laat- gezien, en gezien op zo'n manier dat het bijna altijd prettig blijft om er getuige van te zijn. een verdienste is ook dat er zo gespeeld wordt dat je eerder een voorstel, een poging om al onderzoekend tot een opvatting te komen ziet, dan de stellige, van twijfel bevrijde uitkomst van een zoekproces waarover je niets weten mag. niet 'hoe het moet worden gespeeld', maar 'hoe het zou kunnen' - en dat je het dan soms graag anders had gezien, is mij liever dan de lompe bravoure van op niets gebaseerde zelfverzekerdheid die me in andere zalen weleens tegemoet walmt.
rob de graaf [toneel theatraal 1994]
 

kleur is alles, als het goed is

in dat geheel zitten doorlopend verwijzingen naar vroegere produkties van de betrokkene groepen, naar stijlen en genres, naar de toneelgeschiedenis, naar het plezier van het spelen. een plezier dat de debuutvoorstelling van de vere tot een mooi ingekleurde toneelavond maakt. als de volgende voorstellingen [van telkens andere stukken, al zal er van sommige nu en dan ook wel een reprise worden gegeven] die kwaliteit blijven aanhouden, koopt de tot op het laatste ogenblik van het programma onkundig gehouden toeschouwer geen kat in de zak en kan hij zich rustig laten verassen.
wim van gansbeke [de morgen 1994]

dumas pere als voorloper van oscar wilde

vanuit zijn filosofie is het discordia veel meer om de theatergeschiedenis te doen, om het ontrukken aan de vergetelheid van een stuk dat in zijn tijd een nieuwe dramaturgie introduceerde die in de dramatechniek tot op vandaag doorwerkt. en om de opeenvolging van een in de 18e eeuw gesitueerde intrige, gevat in een in de 19e eeuws stuk en gespeeld in een 20ste eeuwse aanpak.
die aanpak is tegelijk historiserend en van vandaag. kostuums refereren aan de epoque, er wordt weer voetlicht gebruikt. dat laatste geeft aan de al ongewone expressie van de acteurs een bijkomende dimensie en verleent een sobere en voor discordia nieuwe esthetische kwaliteit aan het trechtervormige decor van wanden, opgetrokken uit kleurloze houten planken met smalle deurtjes als coulissen.
[...]
er is een nieuw geluid. het is in al zijn gedrevenheid toch rustiger dan voorheen, waardoor de verbrokkeling een soort klassiek aandoende adem krijgt maar waarmee ze niet minder welsprekend blijft.
wim van gansbeke [de morgen 1994]

reproduktie van de complete artikelen zijn te vinden achterin deze publikatie.
 
 


toneelgezelschap maatschappij discordia

> overzichtspagina / voorpagina/ recent repertoire / de vere bulletin / agenda / affiches / associaties / electronische post/ felix meritis / l ijst van stukken / tooneelcatalogus / zuilenzaal / reservepagina / grafiek / de eerste republiek/ verwanten/ politiek subsidie en pamfletten/ film en fotoo album<